In We hadden liefde, we hadden wapens vertelt Christine Otten het verhaal van Rob Williams, zijn vrouw Mabel, en hun zoon Bobby. Rob en Mabel waren strijders voor gelijke burgerrechten in de Verenigde Staten. Het gezin woonde in Monroe, middenin North Carolina, een gebied met een dominante Ku Klux Klan-afdeling. Ze moeten daar vertrekken nadat er rellen zijn uitgebroken en ze worden beschuldigd van gijzeling van een blank echtpaar.
In Ottens roman vertelt Mabel hoe ze als zestienjarig meisje valt voor de charmes van de oudere, mysterieuze Rob. Haar ouders waarschuwen haar; ze zien dat hij te uitgesproken, te trots is om voor gevaar weg te lopen. Mabel houdt van jazz en van literatuur. Ze luistert naar Duke, Billie en Mingus, leest Langston Hughes.
Wie?
Ik hield even pauze in het boek. Waar was ik zijn naam eerder tegengekomen? Ik herinnerde me opeens de tekst bij de Mosaic Select-uitgave van Randy Westons albums. Daarin zag ik zijn naam weer. Hughes schreef de tekst achterop Westons album Little Niles (1958). Het was me bijgebleven vanwege deze beschrijving:
Nice Ice is a cold gray day and spooky trees with barren branches around a frozen pool where skaters glide, the nice ice glistening and crackling beneath the blades of whirling, gliding, skating skates. Fun in the winter wind!
Niet alleen is het een mooi beeld, het is ook een mooie verwoording van klank. De zwierige, cirkelende beweging tegen een duistere achtergrond. Een gedicht op zichzelf.
Voor het album Uhuru Afrika (1961) schreef Hughes de introductietekst en de tekst voor African Lady, het derde deel van de vierdelige suite voor 22 muzikanten, twee zangers en een verteller. Onder de muzikanten bekende namen als Sahib Shihab, Yusef Lateef en Max Roach. Uhuru betekent vrijheid in het Swahili, wat iedere Black Uhuru-fan weet. Het album werd net als We Insist! Freedom Now Suite van Max Roach gemaakt ter ere en ondersteuning van de onafhankelijkheidsstrijd van Afrikaanse landen.
In een interview in 2012 vertelt de dan 85-jarige Weston over zijn vriendschap met Langston. Om te ontsnappen aan een heroïneverslaving neemt hij een baantje aan als kok en bordenwasser in de Music Inn in de Berkshires. Veel klassieke muzikanten - van bijvoorbeeld The Boston Symphony - brachten in die jaren de zomer door in de Berkshires. Piano speelt hij alleen 's nachts, tot een paar dames hem vragen om overdag te spelen wat ze 's nachts horen. In de Inn organiseert Marshall Stearns - oprichter van het Institute of Jazz Studies - een serie lezingen over Afro-Amerikaanse muziek, waarbij hij gasten als Mahalia Jackson, Duke Ellington, Willis James (die onderzoek deed naar field cry hollers) en Langston Hughes uitnodigt. Door die ontmoetingen gaat Weston de zaken breder zien:
They [naast Hughes o.a. Baba Olatunji en Willis James] were all explaining the African-American experience in a global perspective, which was unusual at the time.1
In 1961 maakte Weston samen met Hughes deel uit van een delegatie die Nigeria bezochten. Daar vroeg hij Hughes om een gedicht over vrijheid te schrijven. Een verzoek dat leidde tot hun samenwerking.
Langston was the only black writer writing about us in those days. Lots of white guys wrote about black musicians, but from our own people only Langston it seemed bothered to write about us.
Deze video laat in drie minuten zien wie Hughes was.
In de Volkskrant verscheen in 2011 een bespreking van Randy Westons autobiografie African Rhythms (Duke University Press).