Muziek reist snel. Via korte golf, FM, zeelieden, DJ's of IP-pakketjes worden catchy melodietjes of aanstekelijk ritmes wereldwijd in een zucht doorgegeven. Dat James Brown en Fela Kuti of Orchestre Baobab en Cubaanse son muzikaal verwant zijn, zou een ongeoefend oor moeten kunnen horen. Hoe de muziek deze band is aangegaan, is minder voor de hand liggend.
Muziekjournalist Leendert van der Valk maakt in Voudou. Van New Orleans naar Cotonou op het ritme van de goden (Atlas Contact, 365 pagina's, 2017) die verbanden duidelijker, door in de oorsprong van muziekgenres als blues, jazz, r&b, soul steeds dezelfde wortel bloot te leggen: voodoo.
Aan de hand van beelden en ritmes die als motieven terugkeren in verschillende culturen en genres, vertelt hij hoe voodoo via slavernijroutes van Benin en Ghana, naar Suriname (winti), Cuba (santeria), Haïti (rara), New Orleans en de Mississippi-delta is gereisd. Het knappe is dat je na het lezen van zijn boek het potloodlijntje dat hij trekt van Dr John, via d'Angelo naar Beyoncé met een wat dikkere viltstift overtrekt. Hij zou zomaar eens gelijk kunnen hebben.
Zijn reis begint in zijn platenkast, met de vaststelling dat veel van zijn lievelingsalbums een gemeenschappelijke basis hebben. Aan de hand van Leopold, een niet nader genoemde Togolees die hij bij een optreden van Vaudau Game - 'vijf Franse jazzjongens' - in Rotterdam ontmoet, start hij zijn verkenning en onderdompeling in de voodoocultuur en -religie.
Via de Mississipi-delta - voor de blues in Hill Country - reist hij naar Louisiana - waar de voodooritmes deel zijn gaan uitmaken van de gospeldiensten - en daarna door naar New Orleans - voor de mardi gras rituelen in de Treme-wijk. Wie de gelijknamige serie heeft gezien, zal de bont uitgedoste second line nog helder voor ogen staan.
Hij steekt over naar het onrustige Haïti, bezoekt de binnenlanden van Suriname en komt via een tussenstop in Zaandam uit bij het einddoel van zijn zoektocht: Togo en Benin. De Niyabinghi-drummers op Jamaica slaat hij over, maar mogelijk staat deze traditie voor Van der Valk te dicht bij het Rastafari-geloof om te onderzoeken - of liet zijn door crowdfunding ingezamelde budget niet toe om ook dat eiland te bezoeken.
Van der Valk doet verslag van een reis - of eigenlijk meerdere reizen - en dus ontkom je niet aan de standaardtrucs die een verteller van reisverhalen inzet om de lezer mee te nemen:
'Om het zeker te weten moet je een ritueel ondergaan.' Ja, ik heb het lang genoeg uitgesteld. Ik moet weten wie mijn voodoogod is. [...] Het is tijd om naar Afrika te gaan.
Zijn invoelbare beschrijving van muzikale details compenseert dit ruimschoots:
Het heet een gota, een drum die met een soort slipper op een kleine opening wordt gespeeld. Hij geeft een geluid dat zich ergens tussen plof en plok bevindt, zonder dat het ploing wordt.
Van der Valks boek mist een register, maar is verder voorbeeldig bezorgd met een begrippenlijst en een lijst van geraadpleegde literatuur. De afspeellijst die hij heeft gemaakt op Spotify is een onmisbare aanvulling op het boek en een elegant bewijs van zijn stelling.
Zijn eerdere boek over een reis naar het land van de blues Duivelsmuziek. Op de fiets van Memphis naar New Orleans is voor 5 euro te downloaden bij Fosfor.