Ruimte

rolling

Er is muziek die vooral goed wordt wanneer je een eindje verwijderd bent van de bron van het geluid. Je bevindt je bijvoorbeeld in de gang terwijl de speakers in de kamer staan. Of je fietst door een park waar een stuk verderop een band staat te spelen. Als je dichterbij komt, wordt alles minder.

De eerste keer dat ik dit vaststelde, werd de muziek gemaakt door de Indiase zangeres Najma. Ik woonde toen in het Noord-Franse Lille in een studentenflat waar de kamertjes aan weerszijden van een lange gang lagen.

De Groningse dames die ook in deze flat woonden draaiden een bandje met wat nummers van het album Qareeb. Door de open deuren kon ik de muziek aan de overkant van de gang in mijn kamer horen. De afstand die de klanken moest overbruggen verrijkten haar stem, en de percussie met een extra dimensie, waardoor de cassette nu - ik kreeg een kopie van de dames - gekooid, opgesloten klinkt.

Een muziekrecensent zou standaard het te bespreken album moeten opzetten in een gang nabij, of een kamer verder, met deuren dicht en open.

De muziek van de Stones heeft dat ook, je hebt niet alle noten nodig om er een liedje van te maken. Sterker nog, de muziek wordt beter als een deel verwaait. Dit zou een reden kunnen zijn waarom de band het zo goed doet in grote stadiums of op een strand.

In een interview in het Franse Guitarist Acoustic (april 2009) zegt Donovan over Miles Davis (ik vertaal maar even):

‘Miles was zich volledig bewust van frequenties waarop muziek zich verspreidt, van de verschillende niveaus waarop klanken de lucht doorsnijden.’

Voor dubproducers als King Tubby of Lee Perry zal dit niet zweverig of vreemd klinken.

Gedraaid op:

← Ouder Nieuwer →