Het zal bij Perdu zijn geweest dat ik hem voor het eerst zag. Broodmager toen al, non-stop rokend, jazz-bopperlook met een Deelderintonatie. Meteen al deed hij het meeste werk bij de uitgeverij. Na Rob van Rossum, Bas Pauw, Bettina Bach ontstond weer iets nieuws.
Hij zou werk van Arno Schmidt uitgeven, in vertaling van Jan Mysjkin. Slaagde erin een Duitse subsidie binnen te halen waardoor de uitgave door kon gaan. In de Atopiën-reeks waarin eerder Raymond Roussel en Alfred Jarry werden uitgegeven. Ter ere van het verschijnen van een nieuw deel werd steeds een feestelijke presentatie georganiseerd. Een paar sprekers en dan veel lauw bier drinken.
Joris opende deze avonden. Hij nam plaats achter het katheder, legde zijn handen over de rand, hield zijn hoofd half schuin en begon met licht geknepen ogen tegen het licht inkijkend aan zijn toespraak. Op papier lag het voor hem, van tijd tot tijd keek hij er op maar vaak met een blik alsof een vreemde de tekst had geschreven. Improviserend zei hij iets over het boek, reikte het eerste exemplaar uit aan de vertaler en kondigde de eerste spreker aan. Niet altijd goed verstaanbaar was het een vertrouwde opening van een avond waarop iedereen zich welkom voelde.
Toen ik bij PC-Active redacteur was, liet ik hem af en toe wat schrijven. Ook al wist hij weinig van computers, hij kon schrijven. Niet onbelangrijk.
Bij het fonds gingen we weer vaker samenwerken. Voor elke 10 Books of Nieuwsbrief Letteren besprak hij titels, vaak de boeken waar anderen hun vingers niet aan wilden branden. Razend snel geschreven, met soms geheel andere hoofdrolspelers of minder belangrijke feitelijke details. In grote lijnen trof hij altijd de essentie van het werk.
In die tijd gingen we wel eens samen naar concerten, in Paradiso, Melkweg of BIM. Ik kon me vinden in zijn liefde voor reggae - Augustus Pablo, Dr Alimantado, Rico - en jazz. Hij leende me een versleten cassette uit, die ik op mijn walkman - die deed het toen nog - op weg naar een vergadering bij Philip draaide. Op kant A en B stonden de Intensified-albums. Spetterende ska die het erg goed doet als je door nachtelijk Amsterdam moet fietsen. Als tegenprestatie leende ik hem mijn net zo grijsgedraaide Born Bad-tape uit. Dit bandje zag ik niet meer terug, ook al gaf ik hem jaren later de ska-tape terug. Als een soort ruil bleef bij mij een dubalbum van Prince Far I achter.
Twee weken voor zijn dood stuurde ik hem twee cd's, een van Noah Ellis en een van Japanse saxofonist Mikio Masuda. Een mail bevestigde dat hij er van had genoten. Ons laatste gesprek ging over 10 Books. Ik moest hem laten weten dat we de teksten voortaan zelf zouden schrijven en dat er voor hem geen klus meer inzat. Treurig.
Het zijn zinnetjes die hem levend houden.
Na een teleurstellend optreden van het Engelse elftal:
Engelsen kunnen niet genoeg worden vernederd.
Na een gesprek met een boekhandelaar waarin hij de man of vrouw wat exemplaren had aangepraat:
Het ging heel gemakkelijk. Ik hoefde maar een klein beetje geweld te gebruiken.
Hij had een voorliefde voor bands waar ik niet zo snel over zal schrijven: KC & The Sunshine Band, Rush, Yes en AC/DC. Wat hij daarvan vond, blijkt uit deze geestige mail:
Ja, lach maar (en het is natuurlijk ook inderdaad volstrekt verachtelijk) - evengoed zat deze jongen gisterenavond wel mooi helemaal stijf vooraan bij het solo-optreden van Jon Anderson in de Melkweg - de zanger van Yes. Jazeker, er zou de doodstraf op moeten staan, maar voor de devote liefhebber was het puur genieten. Hoewel in een enkel geval begeleid door een tape, was het toch een voornamelijk acoustische set, met Anderson op gitaar die alle killers nog eens met ons doornam, zoals Starship Troopers, And You and I, Roundabout, Soon, Wondrous Stories, Long Distance Runaround en Owner of a Lonely Heart - plus de hits met Vangelis en allerlei (al even weerzinwekkend) solowerk. Dit alles inclusief vegetarisch-kosmische videoprojecties op de achtergrond en een ronduit afschuwelijke medley op de piano. Kortom, het was een geweldig geslaagde bejaardensoos. Dit was even een moment voor mezelf, want een volgende keer ga ik natuurlijk graag weer met jullie headbangen op een Duitse deathmetalformatie met nazisympathieën.