Jim was oud en heel erg krom. Een paar jaar eerder had hij een operatie aan zijn rug gehad. Als je hem het podium van het BIM-huis op zag schuivelen, zijn lijf moeizaam aan het brein gehoorzamend, gaf je er geen cent voor dat zijn vingers wel zouden luisteren.
Met wat een uiterste krachtsinspanning leek, nam hij plaats. Bassist Scott Colley aan zijn linkerkant, iets naar achter in het midden drummer Joey Baron. Met zijn gitaar - een Sadowsky archtop editie Jim Hall - op schoot gebeurde het wonder, soepel gingen de vingers langs de snaren en over de hals, elke greep trefzeker.
Hall speelde die avond, 10 april 2010, zijn vaste repertoire met natuurlijk All The Things You Are van Jerome Kern en zijn eigen standard All Across The City.
Halverwege kondigde hij aan een nummer te spelen van een Braziliaanse componist, Beija-Flor van Nelson Cavaquinho.
Het was voor mij het begin van twee zoektochten. Wie was Nelson Cavaquinho en hoe klonk de originele versie van dit betoverend mooie nummer? Op beide vragen heb ik nooit een bevredigend antwoord gevonden.
Cavaquinho was een sambista, samen met Cartola een van de sambagrootmeesters die min of meer buiten spel werden gezet door de bossa nova. Zijn achternaam was niet zijn echte - zijn vader heette Brás Antônio da Silva -, Nelson werd als jongeling vernoemd naar het instrument dat hij speelde, een ukelele-achtig viersnarig instrument. Hij leidde een onregelmatig leven met veel drank en vrouwen. Voor een borrel of overnachting gaf hij liedjes weg aan wie dat wilde. Zijn talent was onomstreden, van de meer dan 600 liedjes groeiden een aantal - A Flor e o Espinho, Vou Partir en Luz Negra - uit tot het standaardrepertoire in Brazilië.
Nelson Cavaquinho - A Flor e o Espinho
Bossanova-muzikanten als Carlos Lyra en Nara Leão hebben tevergeefs geprobeerd een band te leggen met de oude sambistas. In Bossa Nova vertelt Ruy Castro dat Lyra de oude meesters Cavaquinho, Cartola en Zé Keti uitnodigde voor een sessie om samen te componeren. Dat zou niet hebben gewerkt omdat de oude mannen bier te drinken kregen terwijl de jonge muzikanten whiskey dronken, waarover de heren nogal ontstemd waren. Nara Leão deed een vergelijkbare poging waarbij ze de mannen wel de juiste drank schonk en dat zorgde voor een paar mooie covers op haar debuut Nara - van Cavaquinho zong ze Luz Negra - maar het leidde niet tot nieuwe interesse in het werk van de sambistas.
Het geld had Cavaquinho goed kunnen gebruiken gezien de deplorabele omstandigheden waarin hij als gevolg van zijn bohemien levensstijl verkeerde. Het is zichtbaar in de documentaire van Leon Hirszman uit 1969. De beelden laten een kettingrokende oude man zien die Picasso-achtig priemend naar het gedoe om hem heen kijkt - de hele buurt is uitgelopen om hem gefilmd te zien worden. Hij pakt zijn gitaar er af en toe bij om krakend iets te zingen en spelen.
Cavaquinho was maar zelden in de buurt van een studio. Ook na lang speuren is het me niet gelukt een door hem gespeelde Beija-Flor te horen.
Jim Hall ontdekte het nummer via het album No Pagode van Beth Carvalho, die goed bevriend was met Nelson.
Ondanks de echo op haar stem is het een mooie uitvoering, die vooral ontroert als je er de tekst bij pakt.
Vai beija-flor / Beija a roseira / Faz me lembrar / Do meu amor / Hoje estou triste / Sinto saudade / Volta pra mim / Felicidade
Pobre de quem / Desiste da vida / Não quero ser / Um suicida
A dor me abraça / É tão cruel / Minha esperança é Deus no céu
Even grof vertaald: de kolibrie die de rozenstruik kust, doet de componist denken aan zijn gemis, een verdriet dat niet mag eindigen in een treurige zelfmoord. Hij hoopt dat God hem zal verlossen van deze wrede, allesomvattende pijn.
Dit immense verdriet werd die avond door Hall en zijn begeleiders knap bloot gelegd. De melodieuze bas, de voorzichtige gitaar en de spaarzame percussie, het maakte duidelijk hoe meesterlijk Hall kon arrangeren.
Na iets meer dan uur zat het optreden erop. Met stok schuifelde Hall weer het podium af. Bij het vragen om een toegift draaide hij zich om en zei hij over die stok:
Next time I won’t need this thing. I’ll be dancing.
Jim Hall overleed in december 2013 op 83-jarige leeftijd. De lijst albums waar hij op meespeelt is lang, vaak in bands aangevoerd door Jimmy Giuffre, Bill Evans, Art Farmer of Sonny Rollins. Zijn spel valt niet op door een duizelingwekkend hoog tempo of trommelvlies bedreigend gescheur, toch herken je hem meteen.
Criticus Martin Williams omschreef dit in 1964 als volgt:
The basis beauty of his sound lies in the fact that he never seems to pull, pluck, grab or even stroke a string of his guitar. [...] Hall seems to get music simply by touching his instrument in the right places.
Vrijwel alle albums waarop hij mee doet zijn de moeite waard. Op twee nummers - Charade en If I'm Lucky - van het fijne Impulse-album I Just Dropped by to Say Hello zorgt Hall voor een instant herkenbare begeleiding van crooner Johnny Hartman.
De volgende vier zijn zonder meer aan te raden:
-
Paul Desmond - Take 10
Jim speelt mee op veel van Desmonds platen, en ook op zijn mooiste. De ronde, luchtige toon van de alt sax past naadloos bij de heldere, warme gitaarklank. The Complete Recordings of the Paul Desmond Quartet with Jim Hall, de compilatie die Mosaic in 1987 uitbracht is het allermooist, maar alleen nog tweedehands verkrijgbaar. -
Bill Evans - Undercurrent
Met Evans die in de Kind of Blue-band van Miles Davis zat, maakte Hall deze prachtige ingetogen LP. Piano en gitaar steeds elkaar op de voet volgend. -
Jim Hall - Jim Hall Live
Live is Hall op zijn best. Op dit album uit 1975 speelt hij met twee wat minder bekende namen ongedwongen en zo te horen met veel spelplezier. - Art Farmer Quartet - Live At The Half-Note
Nog een live album, nu met Art Farmer. Jazz om op de achtergrond te draaien, en te vergeten. Tot de klanken je overrompelen en je begrijpt dat er veel moois langs je heen is gegaan en er niets anders op zit dan de plaat nog eens op te zetten.
In het grote internetarchief vond ik een discografie van Jim Hall, een fraai project van een zekere Steve Berry. Omdat de pagina's lastig te vinden waren en er veel kleine foutjes in zijn code zaten, heb ik een opgeschoonde versie gemaakt. Het geeft een aardig idee van de rijkdom van Halls muzikale leven.