Op een van de eerste cassettes – een Philips C90 – stond op de ene kant Marks (1972) van Alquin en op de andere One Size Fits All (1975) van Frank Zappa and The Mothers Of Invention. Ik liet vrijwel altijd een tape ongemoeid wanneer ik er een album op had gezet, maar de muziek op deze cassette moest het al snel afleggen tegen een uitzending van Domino.
Marks is niet het beste album van Alquin, maar bij One Size Fits All vind ik het moeilijker te begrijpen waarom dit album moest wijken. Ik zal mogelijk moeite hebben gehad met de vibrafoon of marimba en de melige humor, maar het verbaast me nu dat de soul in de stemmen van Johnny Guitar Watson, George Duke, Napoleon Brock en Zappa zelf, en de gitaarsolo’s niet bestand waren tegen de industriële post-punk die Luc Janssen bij Domino via de ether liet klinken. In het rijtje Laurie Anderson, Throbbing Gristle, Psychic TV, Cabaret Voltaire, Pale Fountains, Legendary Pink Dots zou Zappa nu prima passen. Maar goed, ik was streng toen en het Zappa-album werd resoluut verbannen.
Van Zappa of liever gezegd van de Mothers luisterde ik daarna naar Freak Out!, maar nooit raakte het me echt. Daarin kwam verandering toen ik in 2014 bij een begrafenis van een groot Zappa-fan was. Bij het wegdragen van de kist uit het zaaltje naar het graf klonk Black Napkins – niet de kortere op Zoot Allures maar de langere versie die op de bootleg Eyes of Osaka staat.
Bij de opnames van Maggot Brain van Funkadelic vroeg George Clinton gitarist Eddie Hazel om een gitaarsolo te spelen alsof zijn moeder net was overleden. Dat lukte hem. Het is een van de meest gevoelige solo’s die ik hoorde.
Geen idee of hij het zo bedoelde maar op ‘Black Napkins’ weet Zappa ook perfect wanhoop, woede en verdriet in zijn solo door te laten klinken.
Ik kocht op Discogs een in Spanje geperst exemplaar van dat eerste Zappa-album dat ik hoorde. Inca Roads begint soepel met een funky basgroove, spacy effecten en licht hees door George Duke gezongen vocalen. Na een minuut wordt dit ruw onderbroken door een lompe stem en een haperende break beat, om tien seconden later weer naar de ingezette melodielijn terug te keren. De rust keert pas weer terug op twee minuten als Zappa soleert op een bluesy groove. Op 5:00 ontspoort de boel weer, alles buitelt over elkaar heen, elke muzikant probeert een accent mee te pikken. De rust keert niet meer terug. Het is kenmerkend voor Zappa, die als een nouvelle vague-regisseur van jump cut naar jump cut gaat. Fragmenten achter elkaar plakkend alsof alle restjes nog een plek moeten krijgen. Dit procedé ontleende Zappa aan Edgar Varese of aan de montage-experimenten van de surrealisten. Denk aan de oog-en-mes scene van Luis Bunuel.
Alex Winter, de maker van Zappa-film die twee zomers geleden in de bioscopen draaide, imiteerde dit procedé van supersnel gemonteerde fragmenten. Het resultaat is soms geweldig maar vaak te onrustig om de muzikant Zappa goed te presenteren. De documentaire Frank Zappa, A Pioneer Of Future Music uit 2007 van Frank Scheffer doet dit vele malen beter.
Zappa’s muziek klinkt vaak alsof een jongetje heel snel langs de zenders gaat op een transistorradio. Het werkwoord ‘zappen’ kan niet anders dan een eerbetoon zijn. Ik kan me goed voorstellen dat luisteraars geërgerd afhaken, toch levert het spannende of meeslepende muziek op als je je zenuwen kunt bedwingen, en kunt wachten tot de storm aan cuts voorbij is. Vaak is het dan zijn gitaar die betoverend mooi klinkt, met een koor van vocalen die de melodie of harmonie benadrukken.
In 1969 liet Zappa zich inhuren als gastheer bij een vijfdaags festival dat eerst in Parijs zou moeten plaatsvinden maar na een verbod van de Franse overheid werd verplaatst naar het plaatsje Amoegies in de buurt van Brussel. Zappa sprak geen Frans, wat werd besloten dat hij niet zo presenteren maar met bands zou meespelen. Zo speelde hij met Caravan een solo op If I Could Do It All Over Again, I’d Do It All Over You. Geluidskwaliteit laat te wensen over, niet Zappa’s improvisatievermogen.
Caravan & Frank Zappa - If I Could Do It All Over Again
Wegwijs worden in het oeuvre van Zappa gaat gepaard met het wegkappen van een enorme hoeveelheid onzin. Hij legde alles vast en kon niets weggooien. Teruggebracht tot de essentie houd je een paar albums en nummers over die je niet zou willen missen.
Soms is het genoeg, geef de afstandbediening maar weer terug, Frank, wordt het niet tijd voor je huiswerk?