Wie de concertfilm Jazz on a Hot Summer’s Day heeft gezien, zal het prachtige optreden van Anita O’Day niet snel vergeten.
De camera volgt de stijlvol geklede zangeres op de huid. Terwijl ze wacht aan de zijkant van het toneel op het moment dat de bühne voor haar is. Iets later als ze vol concentratie het publiek verleidt met haar zang, een intermediair tussen band en de toeschouwers in de klapstoeltjes voor haar. Richie Havens op Woodstock, net zo bedwelmend.
Ingetogener maar net zo intens is de vertolking van Chico Hamilton van ‘Blue Sands’. Stap voor stap, noot voor noot bouwt de band de spanning op. De contouren van de melodie steeds duidelijker tot de zeepbel uit elkaar spat. Hamilton lijkt geen afstand te kunnen nemen van het ritme. Net als je denkt dat het einde is bereikt valt de band nog een laatste keer in. Stop maar Chico, het is volbracht.
Chico’s band met Buddy Collette en Jim Hall was een van de vaandeldragers van de West Coast Jazz, de wat verstilde, blekere vorm van jazz die door Chet Baker, Gerry Mulligan en Paul Desmond werd gespeeld. Bij de registratie van het optreden op Newport Jazz Festival 1958 speelt een andere gitarist mee – John Pisano. Jim Hall speelde die avond met Jimmy Giuffre. De albums die Hamilton opnam voor het Pacific Jazz-label zijn verkrijgbaar op een spotgoedkope uitgave op 7 cd’s.
Drummer Hamilton was daarna een van de sterren op het Impulse!-label van Bob Thiele. Deze albums – waaronder El Chico, Chic, Chic Chico – zijn wonderlijk genoeg niet te koop, niet op cd, niet op vinyl. Ze zijn wel te vinden op streamingdiensten, maar ik ben nog van de oude school en zou de schijven toch fysiek in handen willen hebben. Discogs biedt uitkomst, alhoewel voor tweedehands vinyl hoge bedragen moeten worden neergeteld en het aanbod vanuit Nederland is opvallend laag.
Mixcloud brengt redding in de vorm van een mooie compilatie. Het Frans-Marokkaanse Ness Radio koos vier jaar geleden juist uit de Impulse!-albums de mooiste nummers.
Wat opvalt op al zijn albums is dat Hamilton zich vaak verre houdt van harde meppen, klaterende roffels of spetterende drumsolo’s. Hij speelt dienend, geeft ruimte aan de solisten in zijn band, is vooral aanwezig in de accenten die hij geeft om het ritme op te stuwen. Hij vergeleek zijn muziek wel eens met klassieke kamermuziek:
‘Jazz doesn’t have to be loud. It can swing. And be soft, too.’
Dat Bert Sterns boodschap duidelijk was, merk ik aan de bespreking van Maarten van de Ven van Sterns film op het Vlaamse Draai om je oren – Jazz en meer. Zijn oog is blijven hangen aan dezelfde beelden. Dit kan geen toeval zijn. Net zo min als het toeval was dat veel bezoekers met een glimlach op hun gezicht de zaal verlieten. Ik betrapte me daar zelf ook op, met enig genoegen.