Ik moest denken aan een grap in een aflevering van Seinfeld. Jerry wordt ’s nachts wakker, moet lachen om een grap die in zijn droom werd gemaakt. Hij noteert het, maar de volgende ochtend kan hij zijn aantekeningen niet meer lezen. Als hij ze aan het einde van de aflevering weet te ontcijferen, begrijpt hij niet wat er nu zo leuk aan was.
Bij het nadenken over een stuk over Electric Light Orchestra kwam een flauwe grap in mij op. Ik noteerde deze niet en ging eerst andere dingen doen. Later op de dag wilde ik het stuk weer oppakken, maar met geen mogelijkheid kon ik me de grap herinneren. Was het er een van Kamagurka? Dan zou deze moeten komen uit Het ruikt hier naar onzin. Dit door Kritak in 1978 uitgegeven album zou zeker tussen de strips in mijn boekenkast moeten staan. Het stond er niet.
De grap herinnerde ik me nog steeds niet.
Via boekwinkeltjes vond ik een exemplaar, dat een paar dagen later werd bezorgd. Leuke grappen, maar het mopje kon ik er niet in vinden. Bijna aan het einde gekomen van de bundel schoot het me toch te binnen:
Rookt u na de seks?
Daar heb ik nooit zo op gelet!
Wat het te maken had met Electric Light Orchestra weet ik niet. Een grap van Kamagurka is het niet. Deze wel (en past er veel beter bij):
Pardon inderdaad, ik ken de muziek van Jeff Lynne goed maar de associatie met de Beatles die je werkelijk overal leest had ik nooit gemaakt.
Het was een band van voor de waterscheiding. Een band die klassieke ambities had en met veel strijkers werkte. Bombastisch maar ook meeslepend. Ik kocht A New World Record (1976) en Out Of The Blue (1977). De muziek had natuurlijk niet lang daarna geheel afgedaan, en verhuisde naar een onopvallende plek in de platenkast.
Ik draaide de twee albums lang niet meer. Hoefde ook niet want hun grootste hit was niet te vermijden, en de rest zat goed in mijn geheugen opgeslagen.
Rond 2005 begon een indieband, The Decemberists, waarvan ik in die jaren een paar keer een concert bezocht het nummer te spelen als slot of toegift van een optreden.
Geen geweldige uitvoering maar het zorgde ervoor dat ik het dubbelalbum met het grote ruimteschip weer eens opzette. Het viel me niet tegen. Ik begreep goed waarom ik deze albums had aangeschaft en gedraaid.
Onlangs gooide ik op Discogs voor weinig een album van ze in mijn mandje, Discovery, een lp die de heren in 1979 uitbrachten. Daarna kocht ik ook de albums die voor 1976 verschenen. Jeff Lynne en zijn band ontwikkelden gaandeweg een onmiddellijk te herkennen geluid, met die opgevoerde strijkers, de meerstemmige zang en vooral de bijzondere productie van Lynne zelf. Bij hem klinkt er altijd iets metaligs in de zang, is er veel aandacht voor de op een staalsnarige gitaar gespeelde akkoorden, en lijkt een drummer soms te spelen op kartonnen dozen.
In vrijwel elk nummer is de invloed van de jongens uit Liverpool onmiskenbaar. Het was ook de uitgesproken ambitie van Roy Wood, mede-oprichter van ELO, om door te gaan waar de Beatles ophielden. 10538 Overture, het openingsnummer van het eerste album onderstreept dit streven. Niet verbazingwekkend bleek Lynne later een ideale producer voor Harrison, McCartney en Starr.
Bij het horen van een ELO-liedje zou Paul McCartney ooit - als grap - de vraag hebben gesteld wanneer de Beatles dat nummer hadden opgenomen.
Ik stond bovenop België zonder er erg in te hebben.