Vijfde klas, vrijdagavond naar de soos op de Jan Steenlaan. In mijn herinnering ging ik iedere week, maar het zal niet meer dan een keer of acht zijn geweest.
Ronald en ik, we hielden van Madness en de Specials, dansten als dollen. De dj draaide godzijdank niet de Saturday Night Fever en Grease-soundtracks kaal, maar koos ook voor Rubber Duckie van Bootsy.
Bootsy Collins - Rubber Duckie
Ah, Bootsy! Dit was de eerste keer dat ik P-Funk hoorde. Ik stopte meteen met dansen en liep naar de draaitafel om te lezen wat er op het label stond. Een ander nummer dat ik daar voor het eerst hoorde was Fly Like an Eagle van Steve Miller. Ik voelde me opgetild door dit nummer, net als Dancing Barefoot van Patti Smith deed het me zweven. De dj liet de meeste nummers gewoon uitspelen, mixte minimaal of niet.
In een artikel over een beroemde dansgelegenheid in New York kwam die weigering om te mixen terug. Eigenaar en plaatjesdraaier David Mancuso was nogal eigenzinnig. Zo liet hij begin jaren ’70 in zijn Loft nummers altijd helemaal uitdraaien. Rustig het 15 minuten durende Do What You Like van Blind Faith opzetten en ondanks minutenlang percussiegefreak uit laten spelen. Bravo.
Hij begon de club gewoon in zijn appartement - gasten welkom op uitnodiging. In deze ‘loft’ liet hij Klipschorn-speakers plaatsen1. Ontworpen door Paul Klipsch kregen deze boxen - 128 cm hoog, 80 breed en 72 cm diep - hun naam door de fiberglas hoorn die in de speakers zorgde voor de lage tonen. De speakers zijn zo ontworpen dat ze vanuit de hoeken van een ruimte de luisteraar konden omhullen met geluid. Volgens de fabrikant een ‘basic design that cannot me improved according to laws of physic.’
Mancuso ging ver in het perfectioneren van zijn installatie in zijn Loft. Hij gebruikte bijvoorbeeld peperdure, handgemaakte Japanse Koetsu-elementen om zijn vinyl af te spelen. Het geluidsbeeld dat hij voor ogen had was zo puur mogelijk, met zo min mogelijk vervorming. Liever helder dan hard. Samen met geluidsontwerper Alex Rosner bleef hij sleutelen om een zo eerlijk mogelijk geluid te bereiken.
Het streven naar die optimale helderheid leidde ertoe dat Mancuso geen mengpaneel gebruikte maar een Mark Levinson ML-1 voorversterker met twee ingangen voor platenspelers. Tussen de nummers zat er een korte stilte, die door het publiek meestal met applaus werd gevuld. Verder versnelde of vertraagde hij de muziek niet, maar wilde de muziek laten horen zoals het was opgenomen.
De installatie in de soos was beslist veel minder, toch ervoer ik daar voor het eerst dat muziek je even kan optillen.
De mix van Colleen Murphy die onder de fraaie artiestennaam Cosmodelica plaatjes draait en radio maakt, geeft een goed beeld van een avondje dansen in de Loft.
De kwaliteit van een installatie is betrekkelijk, als de dj een matige muzieksmaak heeft klinkt de muziek nog steeds nergens naar. Bij Mancuso zat dat wel goed. Afgaande op de verschillende mixtapes was er in zijn eclectische smaak ruimte voor de Talking Heads, Jaki Liebezeit, Holger Czukay & Jah Wobble, Manu Dibango, Ian Dury, George Duke, Dexter Wansel, Fela Kuti en meer. Mancuso kon ook vrijuit kiezen, hij draaide al plaatjes voordat disco en later house bestonden en hoefde geen rekening te houden met de verwachting van zijn gasten.
noot 1. Mancuso begon in de eerste ‘apartement’-versie van de Loft met twee Klipsch ‘Cornwall’ speakers - 96 bij 64 bij 64 cm. Nadat de club was verhuisd naar een andere plek had hij ruimte voor de grotere Klipschorns. Voor een volledige beschrijving zie de pagina van Mick.