Via de Jazz Gazette van Michael Cuscuna, producent en oprichter van het illustere Mosaic jazz-label, zag ik een video van wat jammende jazzmusici. De camera gleed van muzikant naar muzikant, van instrument naar instrument, zonder de muziek te volgen of te interpreteren.
Stan Douglas' "Luanda-Kinshasa" Art Installation Video w/ Jason Moran on Vimeo.
Het klonk geweldig. Elastieke basgitaar, Wah-wah gitaar, funky drummers. Ik was meteen gefascineerd, wie waren deze muzikanten en waar hoe kon ik er meer van horen dan deze 5:32?
Cuscuna verwees naar On the Corner van Miles Davis maar die link snapte ik niet meteen, ook omdat ik dat album niet goed kende. Het bleek te gaan om een project van kunstenaar Stan Douglas. Zijn ambitie was te reconstrueren hoe Miles te werk ging.
De video is in 2013 opgenomen op een set die lijkt op Columbia 30th Street Studio, de opnamestudio in New York waar Miles oefende en opnam. De band is samengesteld uit muzikanten die behoren tot de top van de hedendaagse jazz en funk. Bandleider is Jason Moran, een interessante muzikant die moeiteloos over de grenzen tussen funk, hip-hop, klassiek en jazz heen stapt. Op drums Kimberly Thompson (ooit begeleider van Beyoncé), op gitaar Liberty Ellman en Marvin Swewell, en op bas Burniss Earl Travis. Tabla-bespeler Nitin Mitta en conga-bespeler Abdou Mboup zijn essentieel om het geluid van Davis’ band te benaderen.
Ik zag dat Vinyl Factory een dubbelalbum van de sessies aanbood, getiteld Luanda Kinshasa. Bestellen via de website was niet meer mogelijk voor een gewone Europeaan. Ik stuurde een mail om te vragen of er toch niet een manier was om de plaat te kopen. Het antwoord kwam prompt: als ik het geld zou overmaken naar een bepaalde rekening zou het in orde komen. Ik deed het, en anderhalve maand later - de handelsroutes tussen het perfide Albion en het oude continent zijn wat langer geworden - werd het album bezorgd.
Vormgeving en uitvoering zijn van hoog niveau, met mooie foto's van de muzikanten en een verhelderend essay van Diedrich Diederichsen. Diederichsen wijst in zijn essay op het bestaan van vergelijkbare projecten van Harun Farocki (Single, over het opnemen van een discosingle) en Mathias Poledna (Western Recording, over een fictieve post-punkband. Helaas beide nergens online te bekijken of aan te schaffen.
Een beetje een tegenvaller was dat de muziek van Douglas’s band op twee 45 toeren schijven staat en bij elkaar slechts een krappe 24 minuten muziek bevat. Maar beter kort en goed dan lang en slecht. De video en het album geven het idee dat het stukken zijn uit een lange, spontane jamsessie. Dat is precies de illusie die Douglas wil oproepen. De hele sessie is een illusie. In een podcast van David Zwirner leggen Douglas en Moran uit dat er twee bands waren, waarbij de tweede band verder ging op wat de eerste had opgenomen. Uit fragmenten van tien minuten werden loops samengesteld voor de zes uur durende video-installatie. Ik vermoed dat de vier kanten van Luanda-Kinshasa gevuld zijn met deze fragmenten.
Het liefst zou ik de installatie een keer ondergaan, om te horen hoe de loop van deze fragmenten klinkt. De laatste keer dat het werk werd tentoongesteld was in 2019. Het volgende beste ding is dit album.
Het goede nieuws is dat Vinyl Factory het album opnieuw in druk heeft gegeven, en dat het weer kan worden besteld via de website. Hopelijk verlopen verzending en verrekenen invoerbelasting soepeler en goedkoper dan twee jaar geleden.
On The Corner
Voor dit album verzamelde Miles Davis een geweldige band van muzikanten die elkaar afwisselen en aanvullen. Op gitaar en sax zijn dat John McLaughlin, Carlos Garnett en Dave Liebmann, op toetsen Herbie Hancock, Chick Corea en Harold "Ivory" Williams. De boel wordt bij elkaar gehouden door bassist Michael Henderson die in de bands van Stevie Wonder en Aretha Franklin speelde. Miles gebruikt maar liefst 4 drummers/percussionisten: waaronder Jack DeJohnette, Billy Hart, Al Foster en tabla-speler Badal Roy.
Miles zelf was in slechte conditie, waardoor hij zich op trompet beperkte tot een paar met een wah-wah pedaal vervormde noten. Op de Complete On The Corner Sessions box is te horen hoe hij verder veelal orgel speelt. In de bespreking van die set werpt Greg Masters de hypothese op dat het bij deze muziek meer om de groove gaat dan om de soli van de verschillende muzikanten, en dat dit een belangrijke evolutie is van jazz. Wie wel eens een concert van Kamasi Washington zag weet Masters wel eens gelijk zou kunnen hebben.
Julian Cope schreef in zijn eigenzinnige maar geweldige Copendium - An Exploration in the Rock ’n’ Roll Underworld uitgebreid over de funk-periode in het oeuvre van Miles. In het passend getiteld essay Who Says a Jazz Band Can’t Play Funk Music stelt hij dat jazz-puristen te kritisch waren op de albums die Miles in deze periode uitbracht:
Evidence shows that the story of Miles Davis and his funk trip has been obscured from history by a jazz crowd embarrassed by what they perceived as a series of slipshod albums, when, really, they just couldn’t get to grips with the place he was so clearly headed towards.
Cope ziet On the Corner, In A Silent Way en Live Evil als noodzakelijke stappen voor Davis om het klassieke jazz-muzikant imago achter zich te laten en in plaats zich te tonen als ‘truly barbarian’.
Cope merkt terecht op dat deze muziek sterk lijkt op de albums van Can, die ook vaak via improvisatie-jams ontstonden. Wat hij ook meesterlijk doet is de verbanden leggen naar Sly Stone en James Brown.
Nu is Cope nogal van de stellige overdrijving, maar de albums van Miles zijn mogelijk van grote invloed geweest op muzikanten als Kamasi Washington, Jason Moran, Lakecia Benjamin en Jaimie Branch, ook al is het niet altijd even gemakkelijk om ernaar te luisteren.