Wie opgroeide met de punk-gedachte wist dat twee akkoorden beter zijn dan drie. Voor je goed fatsoen kon je niet luisteren naar Pink Floyd, Emerson Lake Etcetera, alles wat nu prog rock wordt genoemd, jazz, lang uitgesponnen solo's, albums opgenomen in eindeloze studiosessies van bijvoorbeeld Steely Dan, die gitaristen twee dagen lieten spelen om er vervolgens maar 10 seconden van te gebruiken.
Vaak leverde dat gehang in de studio ook suffe, overgeproduceerde, dreinerige rotzooi op, en helaas nog veel te vaak is die te horen op radio, tv of in sportkantines.
Nummer 1 op die lange lijst van vervelende maar beroemde bands stond voor mij lange tijd Led Zeppelin. Flauwe rock, dacht ik. Niet vreemd als je nooit andere nummers hebt gehoord dan Stairway to Heaven of Kashmir.
Nu staan er toch twee cd's van deze band in mijn kast. Dat komt zo.
Toen ik nog in Amsterdam woonde, speelde ik tenniscompetitie bij Buitenveldert. Voor wedstrijden reed ik vaak mee met een vriend die in hetzelfde team speelde en die bij mij in de buurt woonde. Steevast draaide hij Whole Lotta Love in zijn auto. Als ik even later voor het eerste enkelspel de baan op ging, kon ik dit nummer bijna de gehele eerste set op constante herhaling in mijn hoofd afdraaien. Geloof het of niet, dat scheelde toch steeds een paar games in mijn voordeel.
Het gaat natuurlijk om die riff - tada dada dah! 15-0 - die dacht ik door Jimmy Page werd bedacht. Tekst leenden de heren van een oude blues song, You Need Love van Muddy Waters en Willie Dixon, de voordracht jatte Robert Plant van de Small Faces. De manier waarop Plant zingt, is bijna een op een gekopieerd van Steve Marriotts versie van het Waters/Dixon-liedje.
Om de gezwollen studioversies te ontlopen, kocht ik de BBC Sessions toen dat album uitkwam in 1997. In deze kale versies komt een energiek rockbandje tevoorschijn, dat de goedkeuring van veel puristen zou moeten dragen. De mijne volmondig.