Nir Felder speelde Eerste Paasdag in Amsterdam. Een jonge, blonde Amerikaan met een enorme snelheid in zijn linkerhand. Eindeloos solerend raasde hij over de frets voort, haast niet te stoppen door pianist of ritmesectie. Zichzelf in een trance wiegend, zijn gewicht van ene naar de andere voet, ogen dicht, een vage in zichzelf gekeerde glimlach.
In het BIM-huis trad Felder aan met een band bestaande uit de Est Kristjan Randalu – piano, de Brit Phil Donkin – bas en de New-Yorker Ross Pederson – drums. Geholpen door het kristalheldere geluid in het BIM voerde de vier het publiek van jazz, pop, rock naar een geluid dat verrassend dicht in de buurt kwam van het psychedelische werk van indie-gitarist Damien Jurado en het drijvende geluid van de Feelies. De klank van Felders Fender - ik kon de alliteratie niet weerstaan - is bluesy, vrij van scheur en galm, een aangenaam, comfortabel geluid.
Op het vorig jaar bij Okeh verschenen Golden Age is het geluid helaas wat doffer, bedrukter, en ontbreekt de spanning die Felders gelegenheidsband gisteravond wel op de gitarist kon zetten. Die druk is nodig, het spelen lijkt hem misschien iets gemakkelijk af te gaan en braafheid sluimert om de hoek. Ondanks het matige geluid en de in mijn oren overbodige samples van speeches van Malcolm X en Richard Nixon is het album toch 'quite an enjoyable affair'.