Vioolconcert op. 47 is samen met de zeven symfonieën de reden waarom Sibelius’ werk zo geliefd is. Laag voor laag opgebouwde composities die drijven op een steeds weer terugkerend motief. Ontroerend, fascinerend en opwindend.
Vooral de 2e symfonie waar binnen de minuut het raamwerk van het gehele stuk wordt neergezet, kan ik oneindig vaak beluisteren. Troostende strijkers, hoopvolle melancholie.
De 4e zou ik proberen mee smokkelen als ik er maar een mag meenemen. Een groot massief duister blok dat dreigend naderbij komt. Onheil dat maar net op afstand blijft.
De Essential Edition van het BIS-label heeft ook het wat minder bekende werk gebundeld. Mooi pianowerk (‘Korpo’ en ‘Quintet in G mineur’), liederen, een aanrader voor wie het klankuniversum van de Fin wil ontdekken.
De afgelopen weken dwaal ik veel door deze schatkamer. De mysterieuze klachten die mij vanaf januari het luisteren naar muziek via een koptelefoon onmogelijk maakten, zijn sinds een week of wat hopelijk permanent verdwenen. In de trein kan ik gelukkig weer naar muziek luisteren.
Zo liep ik gisteren op de weg terug uit Amsterdam tegen ‘Kullervo’ op. Dit vroege werk (1892) over het tragische leven van een mythische koningszoon, wordt omschreven als symfonisch gedicht of als koorsymfonie. Die laatste term past wat beter dan de eerste.
Meteen na de eerste - geslaagde - concerten wilde Sibelius niets meer weten van het stuk en verdween het in een lade. Pas kort voor zijn dood in 1957 gaf hij toestemming voor toekomstige uitvoeringen.
Gelukkig maar. Veel van de elementen die Sibelius beroemd maakten zijn hier aanwezig. De zachte, feeërieke passage in het tweede deel - bijna net zo lang als de gehele 7e symfonie - over Kullervo’s jeugd die door het koper onder druk wordt gezet. Ijl verglijdende strijkers die een motief herhalen en aanpassen, een repetitie die soms doet denken aan minimal music 1. Muziek vol tegenstrijdigheden: romantisch maar toch modern, intiem en bombastisch.
Op Arte was een mooie bewerking van choreograaf Tero Saarinen te zien, maar die mag niet meer worden afgespeeld. We moeten het doen met de trailer.
Een dag nadat ik dit schreef, las ik een oud Los Angeles Times-artikel van Richard S. Ginell waarin hij schrijft dat John Adams en Philip Glass goed naar Sibelius hebben geluisterd:
As early as the 1970s, Sibelius could be seen - if anyone cared to look - as one of the unsung prophets of Minimalism. The repetitive string figurations and pedal-points that undergird many of his orchestral works clearly point the way to the early music of John Adams (who indeed listened hard to Sibelius when he was young and, according to a recent interview, is now revisiting the music of his old hero). The quietly bustling perpetual-motion strings in the first work that brought Adams into the spotlight, "Shaker Loops," definitely spring from similar passages in Sibelius' Fourth and Fifth symphonies. Sibelius also infiltrated Philip Glass; in "Floe" (from the "Glassworks" album), Glass explicitly paraphrases the big swaying tune for the horns in the third movement of the Fifth Symphony as the basis for the piece's climax.
Adams - Shaker Loops
Glass - Floe