De gelijkenis gaat verder dan het gelaat. De pantalon, het overhemd, de nekband voor de saxofoon, de danspasjes. Het zou de winnaar van een Afrikaans imitatiefestival kunnen zijn, maar hij is de zoon van. En hij danst, hij zingt, hij speelt sax, hij zweet, net als zijn vader.
De band is van zijn ouwe heer, solide lagen over elkaar smerend, vele ritmes als een, gestut door een legertje blazers op de laatste rij, gedreven door gitaristen die rustig een kwartier lang hetzelfde lijntje spelen.
Toch weten we het niet, we zagen de vader alleen wat klooien in de regen met zijn danseressen op video, nooit live. Zoonlief Seun heeft de gebaren, de houding, de ijdeltuiterij in de smiezen. Geen speld tussen te krijgen. Nu nog er tegenaan, net als zijn vader Fela.