Industriële muziek klinkt altijd wat kil. Bij Cabaret Voltaire klinken de synthesizers vaak kwetsbaar, de bewerkte vocalen menselijk en de ritmes funky. Yashar was het nummer dat ik op mijn jongenskamer vaak draaide - als ze dit nu eens zouden draaien in plaats van die eeuwige Travolta-shit dan zou dansen op feestjes veel leuker zijn.
Yashar hoorde ik voor het eerst bij het vaker door mij genoemde radioprogramma Domino. De band wist zich elke uitzending in Luc Janssens playlist te wurmen, net zoals Vinyl de Cabs in elk nummer van het tijdschrift wel een keer noemde.
Stephen Mallinder en Richard Kirk vernoemden hun band naar het avant-gardistische café-theater in Zürich. Een passende naam gezien de collagetechnieken - een favoriete methode van de dadaïsten - die de band gebruikte om hun muziek te maken. Hun eerste songs lijken aan elkaar geknoopt met goedkope synthesizers, tape en ritmeboxen, aangevuld met bas en gitaar. Ze waren gegrepen door de rol die Brian Eno speelde als non-muzikant bij Roxy Music. Tijdens hun studies ontdekten ze niet alleen de historische avant-garde maar ook Steve Reichs experimenten met tape loops. De eerste instrumenten die ze kochten waren oude tape recorders, loodzware apparaten die volgens Mallinder door het leger waren gebruikt.
Op Yashar, van het op 45 toeren af te spelen dubbelalbum 2X45 uit 1982, is prominent een stem te horen die herhaaldelijk beweert: ‘There’s 70 billion people of Earth, where are they hiding?’ Deze sample blijkt afkomstig uit Demon with a Glass Hand (op 30:56), een door Harlan Ellison geschreven aflevering van The Outer Limits-televisieserie, waarin buitenaardse wezens de gehele, inderdaad ondergedoken wereldbevolking willen uitroeien.
Het werken met gevonden geluid was hip, hetzelfde jaar brachten Eno & Byrne hun My Life in the Bush of Ghosts-album uit. De ratelende percussie, de Arabische melodie, veertig jaar later is het nog steeds een geweldig opzwepend nummer. De elektro-remix van John Robie - bekend van New Order, Planet Patrol, C-Bank - die in 1983 werd uitgebracht is minder duister, maar laat horen waarom de muziek van de Cabs een decennium later door de techno dj’s werd omarmd.
Na Yashar wordt het geluid van de band steeds rijker, gepolijster, waardoor de albums minder enthousiast worden onthaald door de recensenten. De band zou te veel leunen richting dansmuziek, een bewering die door Stephen Mallinder meteen werd omgekeerd door te stellen dat die muziek hun kant was opgekomen, door gevonden geluid te gebruiken, langere tracks te maken en steeds herhalender te worden.
De trilogie The Crackdown (1983), Micro-Phonies (1984) en The Covenant, The Sword And The Arm Of The Lord (1985) bevat geen zwakke momenten. De synthesizers blijven feilbaar, menselijk klinken. Songs zijn niet ondergeschikt aan de beat, wat luisteren naar techno wel eens vermoeiend maakt. De muziek klinkt alsof het wordt voortgebracht door machines die de opdracht hebben gekregen funk te spelen. Dat de voor dat genre benodigde bezieling ontbreekt is logisch, maar ze slagen er wel in aan te sluiten bij een industriële wereld vol angst en paranoia die Mallinder en Kirk in hun teksten oproepen.
Richard H. Kirk overleed op 21 september 2021. Hij werd 65 jaar oud.