Na Kraftwerk (1974), Giorgio Moroder (1977), Patrick Cowley (1978) en Stevie Wonder (1972) ontdekte Sheffield de synthesizer. Richard H. Kirk en Stephen Mallinder van Cabaret Voltaire (1979), maar ook The Human League. Deze band maakte twee klassieke nummers: Being Boiled en Don’t You Want Me, Baby. Dat laatste was voor mij te veel suikerspin om er iets van te vinden.
Door ‘Working in a Cocktail Bar’, de hilarische remix van een artiest die zich Svantana noemt, ben ik overtuigd van de klasse van dit nummer. Door de herhaling volkomen idioot, maar aanstekelijk als een gemene verkoudheid.
Met Dare creëerde Human League het archetype van de elektro band: man, vrouw, synthesizers. Rob Sheffield – wat zit er in een naam – bekent in zijn Love Is a Mixtape dat hij elke relatie zo bekijkt. Als hij zijn geliefde kan voorstellen als bijvoorbeeld zangeres van een duo waarin hij keyboard speelt, dan heeft de relatie zin.
Every time I have a crush on a woman, I have the same fantasy: I imagine the two of us as a synth-pop duo. [...] The synth-pop duo has to work, or the crush fizzles out.
Het door de Human League neergezette model is nog steeds valide. Luister maar eens naar The Juan Maclean, de band van John MacClean die niets zou zijn zonder Nancy Whang.