Brian Eno-David Byrne

David Byrne-Brian Eno

In 1981 was het nog een onschuldig, geciviliseerd verwoord bezwaar. David Byrne en Brian Eno gebruikten een sample van gezongen gebeden op Qu'ran, het eerste nummer op de B-kant van My Life in the Bush of Ghosts. Daartegen werd bezwaar gemaakt door een religieuze organisatie, waarna Byrne, Eno en de platenmaatschappijen – Sire in VS, EG in VK en Polydor in Europa – het nummer van toekomstige edities weglieten. Jammer, want het heeft een lome funky swing en de gezangen passen perfect in het muzikale wereld van dit album.

Platenkopers kregen er het Can-achtige Very, Very Hungry, een B-kantje van de 12-inch The Jezebel Spirit, voor terug. Nettement toch een iets minder nummer.

Het was een teken dat tenen langer werden, en de wereld aan het krimpen was. Zeven jaar later werd Salman Rushdie vervloekt vanwege een roman.

Het lezen van het jaren 80 en 90-deel van Luisteren &cetera van Bertram Mourits en oud-fondsdirecteur Pieter Steinz leerde me dit. Deze driedelige serie weeft albums, artiesten en stromingen vanaf de jaren 50 tot aan de jaren 90 tot een groot web. Iets te veel vogelvlucht en te weinig detail, maar toch een aanrader.

Wel op lp

Het was mij niet opgevallen dat Qu’ran was gesneuveld. Op de lp in mijn kast staat het nummer gewoon. Ik kocht het album vlak na het verschijnen; bij Staffhorst nog wel waar ik het alleen van het schap haalde vanwege het hoesontwerp – Peter Saville (bekend van werk voor Factory) – en de namen Brian Eno-David Byrne. Op de fiets terug maakte ik me zorgen dat ik alleen de eerste paar nummers had beluisterd. Zou het met die Knitting Factory-muzikanten (David van Tieghem, Bill Laswell) niet te veel gefreak worden? Geen tel spijt van gehad, het werd een van de meest gedraaide platen in mijn kast. Bij de cd die ik later kocht had ik het moeten merken. Ik herinner me vaag een gevoel van teleurstelling over inhoud en geluid, maar scherp staat me dat niet voor ogen.

Niet op cd

My Life is vernoemd naar een roman van Nigeriaans auteur Amos Tutuola (1954) over een jongen die het woud in vlucht om te ontsnappen aan slavernij. Het ging Byrne & Eno om de naam, niet om de inhoud van de roman. Het album moest klinken als de ontdekking van een verzonnen cultuur. Zoals Mourits & Steinz het treffend beschrijven: ‘[het album] geeft je het gevoel dat je door een stad dwaalt die je niet kent - en of de buurt te vertrouwen is, is niet zeker.’

Zoals het is nu, is het Qu’ran gemakkelijk te vinden op Youtube. Dat geldt helaas niet voor de website die werd gelanceerd ter ere van de heruitgave van het album in 2006. Op archive.org zijn wel delen bewaard maar die laden niet goed. Ontwerper FDT Design zorgde beter voor het behoud van hun creatieve en informatieve werk. Ontwerp, vorm en techniek zien er alweer gedateerd uit, maar de essays en recensies – lees Jon Pareles (Rolling Stone) gemopper op het gebruik van gevonden geluid – zijn de moeite waard.

Gedraaid op:

← Ouder Nieuwer →